Bij verenigingen van mede-eigenaars (VME) en collectieve watermeters met huishoudelijk verbruik wordt hetzelfde principe toegepast: je krijgt 30 m³ per wooneenheid en 30 m³ per gedomicilieerde aan het basistarief. Al wat meer verbruikt wordt, betaal je aan het comforttarief.
Voorbeeld 1: een collectieve watermeter met 6 wooneenheden en 18 gedomicilieerden betaalt 720 m³ aan het basistarief: 6 x 30 m³ voor de 6 wooneenheden en 18 x 30 m³ voor 18 gedomicilieerden. Het verbruik hoger dan 720 m³ wordt aangerekend aan het comforttarief.
Voorbeeld 2: een collectieve watermeter met 16 wooneenheden en 2 gedomicilieerden betaalt 540 m³ aan het basistarief: 16 x 30 m³ voor 16 wooneenheden en 2 x 30 m³ voor 2 gedomicilieerden. Het verbruik hoger dan 540 m³ wordt aangerekend aan het comforttarief.
Via deze prijs per m³ betaal je zowel de drinkwaterprijs als de gemeentelijke en bovengemeentelijke bijdrage.